• Interview met scheidsrechter Jan

    Jan, de man die alles doet en kan

    Koken, acteren, coachen… o ja, én fluiten!

     

    Tijdens het interview met scheidsrechter Jan reizen we van het boerenlandleven naar een kasteel met roofridders, en via een jeugdgevangenis naar de voetbalvelden van PVC.

    Jan zit een paar maanden voor zijn afstuderen als coach. Nu al begeleidt hij medewerkers van Emmaus bij de transitie naar een vriendelijke bedrijfscultuur. Vasthouden aan kernwaarden zoals veilig, sociaal en zorgzaam is moeilijk als er onenigheid is, terwijl die juist dan zo belangrijk zijn in de samenwerking om idealen te verwezenlijken. Jan begeleidt daarbij en zet in op hard op de inhoud en zacht op de relatie. Dit zie je ook terug in zijn rol als scheidsrechter. Teams begroet hij met een stevige hand en vriendelijke ogen.

    Voetbal werd Jan met de paplepel ingegoten door vader Frans, die in 1946 samen met een aantal anderen vv Hoogland oprichtte. Nog altijd is keeper Frans te zien op een oprichtingsfoto van deze vereniging. Jan startte daar als zes- of zevenjarige met voetbal. Onlangs floot hij de wedstrijd PVC – Hoogland (JO19). Zijn reactie: “heel leuk om die mannen te zien in het shirt waarin ik zelf 15 jaar speelde!”

    Tot zijn veertiende woonde Jan met zijn ouders en broertje op een boerderij in Hoogland waar ze in de moestuin hun eigen fruit en groenten verbouwden. Deze boerderij, zo’n 130 jaar in hun familie, verlieten ze na het overlijden van Frans die daar als vierde generatie met zijn gezin woonde. Jans achtergrond komt terug in zijn liefde voor biologische streekproducten. Met zijn cateringbedrijf Troost en Proost dat hij vijftien jaar runde, kookte hij alleen met biologische streekproducten. Sinds enkele jaren is hij gestopt als cateraar maar verkoopt de streekproducten nog altijd via zijn “stoepwinkel”.

    Zestien jaar geleden startte Jan als scheidsrechter na een oproep aan alle ouders om actief te zijn bij PVC. In die tijd bakte hij doordeweeks al genoeg kroketten, dus vrijwillig de keuken in viel af. De beslissing om te gaan fluiten was snel gemaakt en toen zoon Koen stopte met voetbal, ging Jan door. Wedstrijden fluiten werd echt zijn sport en bijna elke zaterdag is hij te vinden bij PVC. Zijn ruime ervaring als scheidsrechter zorgt ervoor dat hij veel overzicht heeft. Als een van de begeleiders van startende scheidsrechters, vindt hij het leuk zijn enthousiasme over te brengen. Tijdens de cursus voor assistent-scheidsrechters die Jan een paar maal per seizoen geeft, enthousiasmeert hij de assistenten zodat die hun rol goed kunnen en willen vervullen. “Ik vind het lekker om te hollen tijdens zo’n wedstrijd en de wedstrijd echt te beleven. Niet alleen de teams, maar ook de scheidsrechter en assistent-scheidsrechters zijn verantwoordelijk voor de teamprestaties. Ook voor de assistenten geldt: als je het goed wilt doen dan kan ook het vlaggen een sport worden. Je kunt oefenen om op het juiste moment het goede te doen.”

    Jan studeerde naast klinische chemie, wiskunde en scheikunde ook drama. Met name het fysieke van theater en dans spreekt hem aan. Hij studeerde af als amateurregisseur, dramadocent en acteur. Als regisseur bij het Land van Ooit bedacht hij een stuk waarbij roofridders een prinses op de barbecue legden en waarbij mensen door vuur moesten lopen. Gelukkig wel met geïmpregneerde kleding😉 Hij speelde onder andere bij de Dogtroep (internationaal locatie theater) waar veel gebeurt met fysiek theater en met theatergroep De Grens die hij 18 jaar runde, speelde hij jongerenvoorstellingen en bracht hij bedrijfsculturen in beeld voor organisaties. Ook nu nog zet Jan trainingsacteren in bij het coachen, bijvoorbeeld in een training voor docenten van een jeugdgevangenis.

    Het is met name het fysieke van voetbal, die hitte op het veld, die Jan goed kent en aanvoelt. Hij herkent dit in de spelers tijdens een (stevige) wedstrijd en dat vuur in de ogen kijken maakt hem rustig. De ervaring als scheidsrechter heeft hem geleerd die rust ook te bewaren als hij zich onzeker voelt omdat hij iets niet weet of niet heeft gezien. “Waar ik dat vroeger erg vond, voel ik mij nu rustiger als ik iets niet heb gezien. Ik zeg dan: je hebt ongetwijfeld gelijk maar ik heb het niet gezien. De reactie is dan vaak: ja, dat snap ik scheids! Dat moet natuurlijk niet te vaak voorkomen maar ook als scheidsrechter zie je niet alles en dat begrijpen mensen echt wel.”

    Wat is jouw specifieke stijl van fluiten?

    “Het is voor mij heel vertrouwd veel alleen te doen en uit te zoeken. Ik heb dat al van jongs af aan moeten doen. Als ondernemer doe ik al 30 jaar alles zelf en werk ik samen met wie ik wil. Als iets geen goede match is, stop ik daar zo snel mogelijk mee. Dat geeft een enorme vrijheid. Ook als scheidsrechter geeft het mij rust om in mijn achterhoofd te houden dat ik altijd uit de wedstrijd kan. Ik kan staken mocht dat nodig zijn. Dat heb ik nog nooit gedaan maar het geeft wel rust om te weten dat die mogelijkheid er is.”

    “Soms wordt de verantwoordelijkheid voor de wedstrijd uitsluitend bij de scheidsrechter neergelegd. Het is echter de verantwoordelijkheid van iedereen die deelneemt aan het spel dat de wedstrijd goed verloopt. Als scheidsrechter ben je onderdeel van de wedstrijd en voor maximaal anderhalf uur heb je de regie. Dat is mijn rol. Ik ga niet met spelers in discussie en negeer veel van wat er wordt gezegd. Vaak moeten ze het gewoon kwijt. Als er toch te veel wordt gezegd of wanneer het meer collectief is, dan begrens ik het of ik zeg tegen de aanvoerder of leider dat het te veel is en waarschuw voor een gele kaart.”

    “Zowel tegen de assistent-scheidsrechters als tegen spelers en coaches ben ik heel duidelijk. De assistenten leg ik uit wat ik van ze verwacht; waar gaan zij over en waar ga ik over. Op het moment dat iemand assistent-scheidsrechter is, committeert hij zich aan de spelregels en is hij, net als ik, onpartijdig en onafhankelijk van de beide teams. De assistenten horen beiden bij één team en dat is mijn team. Mocht er toch discussie ontstaan over de gezagsrelatie en mocht dit escaleren, dan geef ik de assistent eventueel een kaart. Naar spelers en teams toe benoem ik indien nodig mijn beleving. Eén keer heb ik gezegd: dit loopt niet. Spelen we de wedstrijd uit of stoppen we ermee? Natuurlijk hebben we hem toen uitgespeeld. Ik heb ook wel eens benoemd dat ik mij erg geïntimideerd voelde. Daar werden ze rustig van, dus dat hielp wel.

    Het merendeel van de wedstrijden is gewoon leuk! Ik hou van voetbal en loop dus ook als voetballiefhebber op het veld. Ik zeg dus wel eens dingen als: mooi schot, jammer, mooie goal...”

    Wat wil je minder ervaren scheidsrechters meegeven?

    “Vaak staan scheidsrechters te ver van het spel af. Ik stond in het begin misschien iets te dicht op het spel. Het is belangrijk een goede positie te kiezen. Zorg ook dat je de spelregels goed kent want daar word je veel op aangesproken. Regels veranderen regelmatig waardoor het soms moeilijk is bij te houden. Laatst werd de buitenspelregel naar aanleiding van een doelpunt tijdens de wedstrijd Heerenveen – Geertruida uitgebreid besproken tijdens een talkshow. De vraag was of sprake was van de nieuwe of oude situatie (bewust of onbewust de bal aanraken). Dat bewustzijn is niet objectief vast te stellen en de beoordeling omvat een bepaalde mate van subjectiviteit. Fluiten is vaak ook een impuls en niet altijd via de ratio. Zorg dat je taal paraat hebt om uit te leggen wat er gebeurde. Bij buiten spel heb ik bijvoorbeeld wel eens gezegd dat het een situatie was zoals bij Wieffer in de wedstrijd Feyenoord tegen Atlético Madrid. Dan snapt iemand het vaak direct.”