Het belangrijkste is het plezier in de wedstrijd, dus:
• straf niet te zwaar als iets niet goed gaat, een corner of uittrap mag bijvoorbeeld over;
• geen penalties (tenzij een speler echt met zijn handen de bal uit het doel bokst);
• geen gele kaarten; als een speler over de rooie gaat en een tegenstander aanvliegt, neem je hem mee naar de trainer en vraag je de trainer hem te laten afkoelen.
Speeltijd
Vier keer een kwartier. Na het eerste kwartier 1 minuut pauze, zodat de coaches aanwijzingen kunnen geven. Na tweede kwartier maximaal 5 minuten rust en wissel van speelhelft. Na derde kwart weer 1 minuut pauze.
Spelers en regels
• 8 tegen 8
• Keeper mag de bal tot de rand van de 16 in zijn handen pakken. Een terugspeelbal mag hij niet in zijn handen pakken.
• Bal over de zijlijn: indribbel. Dus speler moet naar zichzelf passen en mag daarna pas naar iemand anders spelen.
• Corner: mag de speler als dribbel naar zichzelf nemen, maar mag ook in één keer hoog voor de pot.
• Uittrap keeper: mag hij als dribbel naar zichzelf nemen, maar mag ook in één keer naar iemand anders.
• Geef bij een inbal met een hand- of armgebaar duidelijk aan welke kant de inbal op gaat.
• Hetzelfde geldt bij een corner (wijs naar de hoek) of doeltrap (wijs naar de goal).
• De teams mogen onbeperkt wisselen. Daarvoor onderbreek je het spel niet. Dit kan eigenlijk alleen als het spel stil ligt, maar soms gebeurt het ook tussendoor.
Let op: de afstand bij een indribbel is belangrijk: 5 meter. Soms/vaak staan kinderen te dichtbij. Roep dan “Afstand, afstand”. Eventueel een corrigerend fluitje daarbij.
Praktisch vooraf
• Zet de Wedstrijdzaken app op je telefoon.
• Zorg ervoor dat je minimaal een kwartier voor de wedstrijd (omgekleed) aanwezig bent.
• Neem een muntje mee voor de toss.
• Zorg dat je sportkleding aan hebt.
• Haal in de bestuurskamer een fluitje en een stopwatch.
• Check of er minstens twee ballen zijn (voor als er één over het hek gaat) en of ze hard genoeg zijn. Het thuisteam moet voor ballen zorgen.
• Check of het thuisteam de pionnen heeft neergezet op veld 1. Op veld 2 gebruik je de gekleurde lijnen.
Tip: er zijn tenues voor de scheidsrechters in verschillende maten. Als je wilt, kun je die gebruiken en na de wedstrijd inleveren in de bestuurskamer zodat ze worden gewassen. Zorg ervoor dat je er eerder bent om je om te kleden.
Het belangrijkste is het plezier in de wedstrijd, dus straf niet te zwaar als iets niet goed gaat. Een ingooi die fout gaat, mag bijvoorbeeld over.
Speeltijd
2 keer dertig minuten. Rust maximaal 8 minuten.
Spelers en regels
• 11 tegen 11, heel veld
• Korte corners, van streepje dat loodrecht op achterlijn staat, iets buiten de 16.
• Doeltrap vanaf de rand van de 16, dus verder weg dan de rand van het doelgebied.
• Geef bij een ingooi met een armgebaar duidelijk aan naar welke kant de inbal gaat.
• Hetzelfde geldt bij een corner (wijs naar de hoek) of doeltrap (wijs naar de goal).
• Teams mogen onbeperkt wisselen maar alleen als het spel stil ligt. Ze roepen dan “Scheids” en jij maakt met een armgebaar duidelijk dat het spel nog niet verder gaat, omdat er eerst wordt gewisseld.
Praktisch vooraf
• Zet de Wedstrijdzaken app op je telefoon.
• Zorg ervoor dat je minimaal een kwartier voor de wedstrijd (omgekleed) aanwezig bent.
• Neem een muntje mee voor de toss.
• Zorg ervoor dat je sportkleding aan hebt.
• Haal in de bestuurskamer een fluitje, vlaggen en een stopwatch.
• Check of er minstens twee ballen zijn (voor als er één over het hek gaat) en of ze hard genoeg zijn. Het thuisteam moet voor ballen zorgen.
Tip: er zijn tenues voor de scheidsrechters in verschillende maten. Als je wilt, kun je deze gebruiken en na de wedstrijd inleveren in de bestuurskamer zodat ze worden gewassen. Zorg ervoor dat je er eerder bent om je om te kleden.
Voor de wedstrijd
• Loop naar de trainers en stel jezelf voor. Vraag of er nog bijzonderheden zijn. Check met de trainer de namen van de spelers in de Wedstrijdzaken app.
• Vraag beide teams wie de grensrechters zijn. Instrueer de grensrechters:
➢ Laat ze bij corners op de achterlijn staan, zodat zij kunnen zien of de bal over de lijn gaat. Vraag hun duidelijk te vlaggen welke kant de inworpen op gaan. En als ze het niet weten, of ze dat ook willen aangeven; dan neem jij de beslissing.
➢ Vraag ze niet voor overtredingen te vlaggen. Dat geeft namelijk alleen maar onduidelijkheid als jij ze overrulet.
➢ Zeg dat jij ook een eigen mening hebt, en ze misschien gaat overrulen.
➢ Wens ze veel plezier.
• Roep alle spelers naar het midden, ook de wissels.
De toss
• De aanvoerder van het uitteam kiest kop of munt. Diegene die de toss wint, kiest welke kant ze op spelen. Dat team heeft dus geen bal uit.
• Je laat alle spelers elkaar een hand geven. Als iedereen staat, fluit je voor het begin en druk je je stopwatch in.
Tijdens het spel
• Fluit niet te veel (bijvoorbeeld niet voor een inworp of een doelpunt) maar fluit wel hard. Het publiek moet ook horen dat er is gefloten.
• Geef met handgebaren aan wat er aan de hand is en zeg dit ook hardop (“corner”, “doeltrap” et cetera).
• Zorg ervoor dat de spelers er lol in hebben. Geef hun af en toe een compliment ("mooi schot", "mooie redding" et cetera).
• Als bij een speler een veter los zit, wijs hem er dan op. Hij mag pas weer spelen als de veter vast zit.
Tip: zeg in de rust tegen de teams dat ze hun veters goed vast moeten strikken.
Kaarten
Een gele kaart betekent dat de speler tien minuten uit de wedstrijd moet. Ze spelen dan met een man minder. Je schrijft op je papier in welke minuut en welke speler een gele kaart krijgt. Als ze geen nummers hebben, omschrijf je de speler, bijvoorbeeld: "die blonde met die bril". Na tien minuten roep je naar de trainer dat de speler er weer in mag.
Een rode kaart betekent dat de speler helemaal niet meer mee mag doen. Noteer de gegevens net als bij de gele kaart en een rode kaart geef je ook door aan de KNVB.
Achteraf
• Geef de trainers een hand, bedank ze voor de wedstrijd.
• Vul de uitslag in de Wedstrijdzaken app in.
• Vul in de app in hoeveel gele kaarten je aan elk team hebt gegeven. Dat vul je in op het tabblad Tijdstraffen (dus niet bij Kaarten!). Een rode kaart vul je wel in op het tabblad Kaarten. De KNVB wil ook weten welke speler dat was. Dat kun je als er geen rugnummers waren, navragen bij het team.
• Geef de uitslag door in de bestuurskamer.
• Lever je spullen weer in.
• Bespreek eventuele punten die je belangrijk vindt om te melden met de scheidsrechterscoördinator en als die er niet is met degene in de bestuurskamer.
Haal bij de bar een consumptie voor jezelf op kosten van de scheidsrechtersrekening.
Speeltijd
2 keer 35 minuten. Rust niet te lang, maximaal 15 minuten.
Spelers en regels
Praktisch vooraf
Tip: er zijn tenues voor de scheidsrechters in verschillende maten. Als je wilt, kun je deze gebruiken en na de wedstrijd inleveren in de bestuurskamer zodat ze worden gewassen. Zorg ervoor dat je er eerder bent om je om te kleden.
Voor de wedstrijd
De toss
Tijdens het spel
Kaarten
Een gele kaart betekent dat de speler 10 minuten uit de wedstrijd moet. Ze spelen dan met een man minder. Je schrijft op je papier in welke minuut en welke speler een gele kaart krijgt. Als ze geen nummers hebben, omschrijf je de speler, bijvoorbeeld: "die blonde met die bril". Na 10 minuten roep je naar de trainer dat de speler er weer in mag.
Een rode kaart betekent dat de speler helemaal niet meer mee mag doen. Noteer de gegevens net als bij de gele kaart en een rode kaart geef je ook door aan de KNVB.
Achteraf
Haal bij de bar een consumptie voor jezelf op kosten van de scheidsrechtersrekening😊
Speeltijd
2 keer 40 minuten. Rust niet te lang, maximaal 15 minuten.
Spelers en regels
Praktisch vooraf
Tip: er zijn tenues voor de scheidsrechters in verschillende maten. Als je wilt, kun je dit gebruiken en na de wedstrijd inleveren in de bestuurskamer zodat ze worden gewassen. Zorg ervoor dat je er eerder bent om je om te kleden.
Voor de wedstrijd
De toss
Tijdens het spel
Kaarten
Een gele kaart betekent dat de speler 10 minuten uit de wedstrijd moet. Ze spelen dan met een man minder. Je schrijft op je papier in welke minuut en welke speler een gele kaart krijgt. Als ze geen nummers hebben, omschrijf je de speler, bijvoorbeeld: "die blonde met die bril". Na 10 minuten roep je naar de trainer dat de speler er weer in mag.
Een rode kaart betekent dat de speler helemaal niet meer mee mag doen. Noteer de gegevens net als bij de gele kaart en een rode kaart geef je ook door aan de KNVB.
Achteraf
Haal bij de bar een consumptie voor jezelf op kosten van de scheidsrechtersrekening😊
Speeltijd
2 keer 45 minuten. Rust niet te lang, maximaal 15 minuten.
Spelers en regels
Praktisch vooraf
Tip: er zijn tenues voor de scheidsrechters in verschillende maten. Als je wilt, kun je dit gebruiken en na de wedstrijd inleveren in de bestuurskamer zodat het kan worden gewassen. Zorg ervoor dat je er eerder bent om je om te kleden.
Voor de wedstrijd
De toss
Tijdens het spel
Kaarten
Een gele kaart betekent dat de speler 10 minuten uit de wedstrijd moet. Ze spelen dan met een man minder. Je schrijft op je papier in welke minuut en welke speler een gele kaart krijgt. Als ze geen nummers hebben, omschrijf je de speler, bijvoorbeeld: "die blonde met die bril". Na 10 minuten roep je naar de trainer dat de speler er weer in mag.
Een rode kaart betekent dat de speler helemaal niet meer mee mag doen. Noteer de gegevens net als bij de gele kaart en een rode kaart geef je ook door aan de KNVB.
Achteraf
Haal bij de bar een consumptie voor jezelf op kosten van de scheidsrechtersrekening😊